Ossenkop verschijnt op 9 april

Mijn debuutroman Ossenkop verschijnt op 9 april. Helemaal niet duur ook!

Wanneer Rensing in 1975 van de Slagersvakschool komt, weet hij alles over het slagersvak en het runnen van een slagerij. Hij zit boordevol ideeën over hoe hij het slagerijwezen op zijn kop gaat zetten. Jammer genoeg mist hij één noodzakelijke eigenschap voor succes: hij heeft geen talent voor de omgang met mensen. 

Na de dood van zijn vader probeert hij met zijn nieuwe echtgenote aan zijn zijde zijn idealen te verwezenlijken. Maar om hem heen veranderen de tijdgeest, het dorp en de wensen van de klanten. Als de omzet terugloopt, wordt het steeds meer een strijd van één slager tegen de wereld.

Abject en infaam!

Op 11/11/22 kwam de boekenbijlage van NRC met een uitgebreide vertaalspecial. In een van de stukken werden vier vertalers, waarvan ik er een was, aan het woord gelaten over de moeilijkste zin die ze ooit hebben vertaald. Ik ben blij met het stukje dat Margot Poll ervan heeft gemaakt en ook met de foto van Pepijn Kouwenberg. Hier vind je het allemaal terug.

Verhaal in De leugenaar

In het eerste nummer van het onvolprezen vodje De leugenaar, helemaal niet duur ook, staat een verhaal van mij. Het gaat over een slager. Over messen. Runderen. Net als mijn roman. Wie weet heeft het iets met mijn roman te maken. Het is een fragment uit het eerste hoofdstuk. Bestel hem nu voor, inclusief verzendkosten, de prijs van een grande caramel frappuccino met extra shot espresso. Lees dan meteen de andere verhalen van Jonah Falke, Ester Naomi Perquin, Gijs Wilbrink, Miriam Rasch, Hanneke Hendrix, Anouk Visee, Sezen Moeliker, Pascal Vanenburg en Jordi Lammers

De wereld begint bij de voordeur

(Het verhaal De wereld begint bij de voordeur is te lezen op Papieren Helden. Lees hier vast een fragment.)

“KAMMINGA TOURS & TRAVELS DE WERELD BEGINT BIJ UW VOORDEUR” staat met grote oranje letters op de zijkant van de bus. Het is een witte Setra 517 van 14,5 meter lang, bouwjaar 2015, 35 zitplaatsen in semi-vip-opstelling, toilet, pantry, espressomachine. FCG, ABA, ETF, ATA, EDF en PPC. Gewoonlijk in gebruik voor drie- tot vijfdaagse citytrips naar bruisend Berlijn of historisch Praag. Het vlaggenschip van de vloot; Jan is admiraal voor een dag, omdat Jeroens vriendin op springen staat en Gijs zijn koperen bruiloft viert. Deze prestigeritten laat Kamminga junior het liefst uitvoeren door jongere collega’s, die de vakopleiding Toerisme hebben gevolgd en zich meer gastheer dan chauffeur voelen. Twintig minuten heeft Kamminga junior vanochtend met hem aan de lijn gehangen om vooral zichzelf ervan te overtuigen dat het geen kwaad kan, dat zo’n hypermoderne bus helemaal niet ingewikkeld hoeft te zijn voor iemand die met een oude Van Hool naar recreatieplassen en kerstmarkten rijdt, maar dat Jan wel beter van knoppen die hij niet kent kan afblijven.

‘Ik heb alle vertrouwen, Jan, dat weet je. Onthou gewoon dat de Setra twee meter langer is dan je eigen bus en dan komt alles in orde. Het is misschien een ander beessie dan wat je gewend bent, maar als je het vandaag wat vindt, als het je goed afgaat, is het best bespreekbaar dat je grotere ritten gaat maken.’

In het documentenvak onder het zijraam vindt Jan de Fahrerbetriebsanleitung. Als hij het boekwerk doorbladert denkt hij aan de Autobahn. Het betonnen wegdek dat gromt onder de banden, de wijde bochten, de reusachtige bewegwijzeringsborden. Hij is Nederland al jaren niet uit geweest. Sterker nog: de laatste jaren heeft zijn werkterrein zich voornamelijk tot de provincie Groningen beperkt. De oude Van Hool is eigenlijk alleen nog geschikt voor korte minimal budget-reizen.

De hemel begint op ooghoogte en Jan kan hem helemaal volgen, door de voorruit, via de spiegels, langs de lege passagiersplaatsen tot in de getinte achterruit aan toe. Ononderbroken, zo goed als onbewolkt. Links naast hem in het gras ligt een asfaltweg naar een jachthaven in aanbouw. Rechts het IJsselmeer vanwaar je rechtstreeks naar Riga, Agadir of Panama kunt varen.

De Ketelbrug staat al twintig minuten open. Jan trommelt op het stuur. Over anderhalf uur wordt hij in Amsterdam verwacht en hij kan geen kant op. In de berm loopt een man in een oranje hes. Jan schuift het zijraam open en vraagt of het nog lang gaat duren. De man zegt dat Sail Kampen vandaag begint en dat er een flottielje van ruim zeventig schepen passeert: een escorte voor het zeilmeisje. ‘Je had de Afsluitdijk moeten nemen,’ besluit hij, waarna hij zijn portofoon naar zijn oor brengt en doorloopt.

Jan duwt zijn bril omhoog en rekent. Vijftig minuten tot aan de ring, als het meezit nog een kwartier naar de Passagiersterminal. Hij moet over twintig minuten door kunnen rijden, anders wordt het krap.

(Lees verder op Papieren Helden.)